vrijdag 9 oktober 2009

Evaluatie debat week 5

Deze week had onze werkgroep geen groep die het debat moest voorbereiden. Daarom gingen wij bij een andere werkgroep zitten, om te kijken hoe het debat daar zou verlopen. Ik besloot bij het bekijken van dit debat de rol van de vormpolitie op me te nemen. Ik heb dus gekeken of het debat wel volgens de grondregels is verlopen.

De stelling van het debat luidde: “De convergentie van tv & internet is een positieve ontwikkeling”. Dit brengt mij meteen bij de eerste grondregel. Deze stelling is naar mijn mening te vaag. Want wat wordt hier precies als positief gezien? En waarvoor pleitten de tegenstanders? Dit is uit het debat verder ook niet duidelijk geworden, waardoor het zeer lastig was om het debat verder te volgen. De voor –en tegenstanders hadden beide ook een verschillende definitie van convergentie. In het derde deel van het debat moest een voorstander nog uitleggen wat convergentie is. Ik vond dit erg jammer, omdat daarna het debat pas eigenlijk op gang kon komen. Door de uitleg kwam het debat ook even stil te liggen. Het was voor mij als luisteraar lastig om door deze uitleg mijn aandacht bij het debat te houden.

Verder wil ik graag grondregel 8 uitgebreid bespreken. Deze luidt als volgt: “De deelnemers aan het debat moeten de mogelijkheid krijgen om hun standpunt naar voren te brengen. Dit betekent dat ze voldoende tijd krijgen (bijvoorbeeld een vastgestelde tijd). Verder dienen deelnemers elkaar niet in de reden te vallen.” Het debat was naar mijn mening niet goed genoeg opgezet om deze grondregel na te kunnen leven.

Het debat werd ingeleid door de voorzitter die vervolgens kort uitlegde wat de bedoeling van het debat is. De debaters zouden over 3 deelonderwerpen gaan debatteren. Ze kregen per onderdeel een bepaalde tijd om dit te bespreken. De tijd was echter niet verder verdeeld. Dus de voor –en tegenstanders kregen geen tijd om hun standpunt te maken. In plaats daarvan mocht iedereen spreken in de toebedeelde tijd. Hierdoor werd het debat een beetje chaotisch. De debaters spraken door elkaar heen en lieten elkaar soms ook niet uitpraten. Het publiek maakte hier na het debat ook opmerkingen over. Met deze debatvorm krijgt degene die het hardste schreeuwt de meeste tijd om zijn standpunt te verdedigen. Dit had als gevolg dat er voornamelijk maar twee sprekers aan het woord waren terwijl de andere twee nauwelijks aan het woord kwamen.

Ook werd het voor de sprekers door deze debatvorm lastiger om naar elkaar te luisteren, omdat ze snel een weerwoord moesten hebben. Dit had tot gevolg dat de debaters hun argumenten constant bleven herhalen zonder dat er op elkaar gereageerd werd. Het was de taak van de voorzitter geweest om hier in te grijpen, maar de voorzitter hoorde eigenlijk niet bij de groep, waardoor er niets over gezegd werd. Dit vond ik jammer, want het debat bleef hierdoor vrij oppervlakkig.

Ik vond deze debatvorm erg creatief verzonnen. Ik ben alleen van mening dat hij niet efficiënt is. Dit in combinatie met de te breed geformuleerde stelling zorgde ervoor dat het debat op een laag niveau bleef. Ik denk dat wanneer de sprekers elkaar meer de tijd gaven om te luisteren en te spreken het debat, het een stuk professioneler was verlopen. Bovendien hadden ze van te voren ook iets beter af moeten spreken wat ze precies met deze stelling bedoelden. Het opdelen in drie stukken was goed besproken, maar ze hadden het iets verder door moeten voeren naar het bespreken van de stelling in het algemeen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten