vrijdag 23 oktober 2009

Analyse gastcollege Ot van Daalen

Afgelopen maandag kregen we een college over privacy en surveillance. Ot van Daalen kwam eerst vertellen waar hij met zijn organisatie Bits of Freedom mee bezig was en vervolgens wijdde hij ons in in het actuele debat over privacyzaken. Ik vond dit een heel erg interessant college waarin ik bewuster ben geworden van de huidige situatie in Nederland.

Om te beginnen begon meneer Van Daalen met een vraag: “In hoeveel databanken denken jullie dat jullie gegevens liggen opgeslagen?”. Ik had zelf geen goed antwoord op deze vraag, maar ik schatte rond de 200. Toen meneer Van Daalen vertelde dat dit 250 tot 1000 databanken zijn viel mijn mond toch even open. Ik vroeg me af welke gegevens dit dan zijn, en wie hebben deze gegevens? Van Daalen gaf aan dat hij met Bits of Freedom de website PIM wilde opzetten. Via PIM kan elke burger zijn gegevens opvragen bij een database. PIM vraagt vervolgens bij de burger na of deze de gegevens goed en volledig heeft ontvangen. PIM houdt de databases en de reacties hierop bij. Wanneer een database alleen slechte reacties krijgt wordt deze door PIM op een zwarte lijst gezet.

Ik vind PIM een goed initiatief, het maakt het voor de burger makkelijker om na te vragen en te controleren wat voor gegevens precies worden opgeslagen. Ik vind echter wel dat er nog een paar aspecten ontbreken. Men kan bijvoorbeeld niet na kijken in welke databases hij allemaal staat. Er is geen overzicht van alle databases, dus je weet niet waar jouw gegevens allemaal zijn opgeslagen. Ik vind dit een onrustgevende gedachte. Op deze manier kun je niet nakijken of de gegevens die over jou zijn gepubliceerd kloppen. Zo stuitte ik laatst op de website ‘wie zoek je’(ook te vinden in de bronnenlijst), hier stonden al mijn gegevens en foto’s van hyves, maar het adres dat er bij stond was niet van mij, maar van mijn achternicht met dezelfde naam als ik.

De lay-out is nu veranderd, de laatste keer dat ik keek stond het adres nog direct naast mijn foto. Nu zie je waar het adres vandaan komt, namelijk uit de database van de telefoongids. Meneer van Daalen gaf aan dat steeds meer databases aan elkaar gekoppeld worden, zo wordt het steeds lastiger om verkeerde gegevens te laten veranderen, waardoor identiteitsfraude makkelijker te doen is en moeilijker is op te lossen. Dit is echter niet het enige waar Van Daalen zich zorgen over maakt. Er worden ook steeds meer gegevens van mensen opgeslagen. Zo gaf hij de nieuwe Europese regelgeving betreffende de identiteitsbewijzen als voorbeeld. Men moet zijn vingerafdrukken achterlaten bij het halen van een nieuw paspoort. Deze vingerafdrukken worden in Nederland opgeslagen in een centrale database.

Ook worden er meer persoonsgegevens opgeslagen op het identiteitsbewijs. Zo wordt iedereen met een paspoort volgens Van Daalen in categorieën opgedeeld die ook op het paspoort te vinden zijn. Hij maakt hierbij de vergelijking met de paspoorten van Joden in de Tweede Wereldoorlog. Deze vergelijking vond ik best heftig en schokkend, maar hij maakte hier naar mijn mening wel een goed punt mee. Wanneer de gegevens uit de centrale database in de verkeerde handen vallen kan er naar aanleiding van de categorisatie een vervolging optreden. Je weet maar nooit wat er met deze gegevens gedaan kan worden, en het idee dat ze zo opgeslagen liggen maakt mij persoonlijk wantrouwig tegenover dit systeem.

David Lyon schetst over dit debat een beter beeld in zijn artikel: National ID Cards: Crime-Control, Citizenship and Social Sorting. Hij geeft aan dat aan de nieuwe ID-kaarten terrorisme en illegale arbeid zouden moeten tegenhouden. Hierbij geeft hij aan wat meneer Van Daalen ook heeft verteld, namelijk dat de mensen hierbij geclassificeerd worden in bepaalde groepen. De mensen die afwijken van normaal gedrag worden als risicogroep of mogelijke terroristen gezien. Lyon geeft hierbij aan dat er eerst goed nagedacht moet worden over de gevolgen van de nieuwe ID-kaarten en dat er goed moet worden onderzocht of de strijd tegen terrorisme de classificatie waard is. Ik denk zelf dat dit niet het geval is. Classificatie op een ID kaart is naar mijn mening niet nodig om terrorisme tegen te gaan. Verdachte terroristen worden nu ook al grondig onderzocht, ik denk niet dat hier een extra classificatie op het paspoort voor nodig is.

In het algemene debat over de privacy kwesties was het standpunt van meneer Van Daalen duidelijk. Hij vindt het geen probleem dat de gegevens worden opgeslagen, maar hij vindt dat het zo veilig mogelijk gedaan moet worden. Hij vindt dat er bij het maken van een database altijd rekening moet worden gehouden met de privacy van de burger. Ook vindt hij dat het systeem meer open moet worden voor de burger. De burger is volgens Van Daalen bang dat ze worden gecontroleerd en de machtsverhouding tussen overheid en burger klopt niet. De overheid heeft namelijk alle gegevens van de burger, maar de burger krijgt geen gegevens van de overheid. Van Daalen geeft aan dat de burger hierdoor weinig invloedsmacht heeft en daardoor wantrouwig wordt. Hij wil daarom de burger bewust maken van al deze zaken door met Bits of Freedom veel campagnes te voeren.

Ik vond dit het meest interessante gastcollege van dit vak. Ot van Daalen vertelde heel erg goed en gaf goede argumenten. Hij heeft mij in ieder geval bewust gemaakt van de situatie in Nederland en van het belang van veiligheid binnen databases. Ik heb hier en daar rondgevraagd, maar niet veel mensen waren op de hoogte van de feiten, toen ik het vertelde waren ze vaak verontwaardigd over de gang van zaken. Ik hoop daarom dat Bits of Freedom veel successen gaat boeken en de burger inderdaad bewuster kan maken over deze zaak.

Bronnen:

Lyon, David. “National ID Cards: Crime-control, Citizenship and Social Sorting.” Policing 1 (2007): 111-118.

“Wie zoek je?”[2008-2009] Wie zoek je? - 23-10-2009 http://www.wiezoekje.nl/profiel/Sanne-Botterblom/index.html

Geen opmerkingen:

Een reactie posten