vrijdag 30 oktober 2009

Reflectie op de cursus

Als eerste wil ik zeggen dat deze cursus de leukste is die ik tot nog toe heb gevolgd aan de universiteit. De onderwerpen vond ik erg boeiend en de manier waarop de gepresenteerd werden nog boeiender. Als deze onderwerpen als enkel stof werden gepresenteerd was het stukken saaier geweest. Juist doordat we zelf aan de slag moesten met stellingen en het bedenken van argumenten werd de stof leuker. Bij veel onderwerpen voelde ik me persoonlijk betrokken, iets wat ik aan het begin van de cursus niet had verwacht.

De debatten:
Ik koos deze cursus vorig jaar, maar had hierbij grote twijfels. Ik was altijd bang om te debatteren, omdat ik hier in mijn middelbare school periode slechte ervaringen mee heb gehad. Nu de cursus bijna afgelopen is, ben ik erg blij dat ik deze cursus toch heb gedaan. Voor het debatteren bleef ik erg zenuwachtig, maar het is me erg meegevallen. Vooral het debat in het werkcollege ging voor mijn gevoel erg goed. Men zei dat ze van mijn zenuwen niets hadden gemerkt, wat ik erg prettig vond, want ze waren erg aanwezig, ook tijdens het debat.
Ik denk dat mijn zenuwen al begonnen in het eerste werkcollege, waarin we zelf een stelling moesten verdedigen. Een jurylid koos van 4 personen degene die zijn stelling het beste had verdedigd. Toen ik aan de beurt was werd ik weer overspoeld door zenuwen, al ruim voor ik aan de beurt was begon mijn hart al zwaar te kloppen. Toen ik eenmaal aan het praten was had ik ook weinig controle meer over mijn spraak. Wederom had niemand dit door, wat ik erg prettig vind. Tot mijn grote verbazing koos de jury mij als winnaar uit, dit gaf me een stoot aan zelfvertrouwen, waardoor ik de cursus al een stuk zonniger inzag.
In het laatste werkcollege, werd me gevraagd of ik mee wilde doen aan het einddebat. Dit leek mij wel een mooie gelegenheid om mijn zenuwen voorgoed te overwinnen. Ik merkte al dat ik ze steeds beter onder controle had naarmate we verder kwamen in de cursus. Helaas kwam ik amper tot mijn recht in het einddebat. Ik heb welgeteld één zin gezegd. Ik vond dit wel behoorlijk teleurstellend. Het eerste debat was degene waar ik de meeste twijfels over had. Er waren een paar sprekers constant aan het woord, waardoor ik er niet tussen kon komen. Ook was ik te nerveus om hier iets aan te doen. Ik vond dit erg jammer, ik voelde me niet op mijn gemak voor een grote zaal, en met maar liefst vijf tegenstanders.
Ik denk dan ook dat mijn debatteer hoogtepunt had in het werkcollege. Ik voelde me op mijn gemak in de groep en vond het prettig dat het debat maar twee tegen twee was. Hierdoor durfde ik meer te spreken en me te betrekken in de vragen van het publiek.
De kritiek en tips waren erg nuttig. Ik vond het prettig dat de kritiek positief werd gebracht. Voor het eerst kreeg ik het gevoel dat het niet erg was om fouten te maken bij het debatteren, iets wat mij op de middelbare school is bijgebracht. Hierdoor vond ik het ook niet erg om de gekregen tips toe te passen. Ik was minder bang om een fout te maken en probeerde zoveel mogelijk te letten op de toepassing van de ground rules en tips voor goede presentatie.
Al met al beschouw ik het als een overwinning voor mijzelf dat ik dit vak heb gevolgd. Ik heb ontzettend veel geleerd van het debatteren. Ik zie het niet meer als een eng iets, maar als een uitdaging die ik wel aan wil gaan.

De colleges en inhoud:
Ik vond de hoorcolleges erg leuk en interessant. Het was leuk om elke week een ander deel van het actuele debat rondom de nieuwe media te zien. De teksten die we kregen vond ik goed door te komen en goed aansluiten op de sprekers. Voor de cursus begon had ik weinig kennis over de actuele debatten die rondom deze onderwerpen spelen. Na dit vak gevolgd te hebben ben ik er geïnteresseerd in geraakt en zoek ik zelf regelmatig nieuwe informatie erover op. Ik had verwacht dat ik de meeste debatten saai zou vinden, maar het tegendeel blijkt. Ik voelde me erg betrokken bij de debatten, vooral over privacy en surveillance. Het enige onderwerp dat ik niet zo leuk vond was over de convergentie van televisie en internet. Ik vond het ook jammer dat dit college vanuit een theoretisch oogpunt werd gegeven. Bij de overige colleges vond ik het boeiend dat de personen vanuit de praktijk hun lezing gaven.
De werkcolleges vond ik heel erg leuk. Hier zag ik toen de cursus begon het meeste tegenop, omdat ik dan zou moeten debatteren. Toen ik eenmaal in het college zat ervaarde ik het niet meer negatief. Ik vond de sfeer in het werkcollege erg fijn, en heel vrij. De groep was betrokken en voelde zich verbonden. Iedereen gaf zo goed mogelijk commentaar, zodat de ander hier iets aan heeft en feedback werd zo eerlijk mogelijk gegeven. Ik vond het een hele prettige groep om in te zitten.
Ook de docente vond ik erg goed. Ze was erg betrokken bij de groep en bij de debatten. Ze legde alles goed uit en gaf iedereen op persoonlijk niveau nuttig commentaar. Eventuele onduidelijke dingen over de cursus heeft zij meteen uit de weg geholpen. Ook vond ik het heel erg prettig dat ze vrij aan het begin van de cursus al feedback gaf op het weblog. De opdracht die we kregen vond ik vaag en leek daardoor moeilijk. Maar door de feedback was de onzekerheid of ik de opdracht goed had begrepen weg.
In het begin vond ik de weblog moeilijk om bij te houden. Ik wist niet precies wat er van me gevraagd werd, omdat de criteria erg gelimiteerd waren. Maar naarmate de cursus vorderde was dit duidelijk en vond ik het prettig dat je de vrijheid had om dit zelf in te vullen. Ik vond het erg leuk om door een analyse te schrijven van de hoorcolleges een eigen mening te vormen over de onderwerpen.

Analyse debat week 7

De stelling van het debat van deze week is: De invoering van een biometrisch paspoort is een slechte ontwikkeling. Ik vind dit een erg interessante stelling die goed aansluit op de literatuur en het hoorcollege van deze week. Over het algemeen werd het debat erg goed gevoerd. De kwaliteit van de argumenten was erg goed en de ground rules werden goed nageleefd.

Omdat ik erg weinig kritiek had op de argumenten en de vorm van het debat heb ik besloten nog eens de voorzitter aan een analyse te onderwerpen. De voorzitter was erg betrokken bij het debat, dit was erg prettig. Hij lette goed op en heeft voor een aantal interessante wendingen binnen het debat gezorgd. Zo vroeg hij bijvoorbeeld aan het begin wie er voor en wie er tegen de stelling waren. Aan het einde van het debat vroeg hij dit nogmaals. Ik vond dit een goed idee, zo kon er duidelijk gemaakt worden of het debat iets had veranderd aan de meningen van de luisteraars.

Wat ik jammer vond was dat de voorzitter een beetje verstrooid leek. Hij zei dat hij veel dingen ging doen, maar vervolgens vergat hij deze. Zo heeft hij gezegd dat hij de stelling eerst zou vertellen en daarna op zou schrijven, maar dit is hij vergeten en de stelling is nooit op het bord gekomen. Dit maakte het een beetje lastig om het debat bij te houden. Het was iets vervelender om in de gaten te houden of het debat niet te veel af zou wijken van de stelling. Gelukkig was dit niet het geval, mede dankzij de goede controle van de voorzitter.

De voorzitter deed goed zijn best het debat in goede banen te leiden. Het was erg prettig om te zien dat hij gemotiveerd was over zijn rol in het debat. Hij betrok het publiek er goed bij en probeerde iedereen evenveel spreektijd te geven. Ondanks zijn moeite zijn er toch een paar puntjes waar ik even stil bij wil staan. Zo heeft hij een van de tegenstanders een paar keer op best botte manier de mond gesnoerd. Naar mijn mening was dit niet terecht. Haar argumenten waren op dat moment van belang en voegde niets nieuws toe maar vulde het argument van de andere tegenstander aan. Hierdoor vond ik dat de voorstander bevoordeeld werd. Ik denk niet dat dit de eindresultaten van het debat heeft beïnvloed, maar ik vond het jammer dat de voorzitter dit heeft gedaan. Ik keek hierna met andere ogen naar hem, wat wil zeggen dat ik hem minder professioneel vond.

Daarnaast heeft de voorzitter het debat ook twee keer afgerond. De eerste keer gaf hij de voor –en tegenstanders nog een minuut om hun argumenten samen te vatten. Vervolgens gaf hij het publiek de gelegenheid om vragen en opmerkingen te maken. Dit vond ik overigens een goed initiatief van hem. Hij kreeg het op deze manier voor elkaar om het debat groter te maken en hij betrok dit goed op de deelnemers van het debat. Maar toen dit debat stilviel gaf hij de voor –en tegenstanders nogmaals de kans om hun argumenten samen te vatten. Hierdoor werd het debat naar mijn mening te lang en ietwat saai.

Al met al vind ik dat de voorzitter het goed heeft gedaan. Hij deed zijn best het debat goed te leiden en naar mijn mening is het hem goed gelukt. Hij heeft wel een paar fouten gemaakt maar deze hadden volgens mij geen cruciale invloed op de uiteindelijke resultaten van het debat.

dinsdag 27 oktober 2009

Commentaar op Blog Joerik van Ditmarsch

Hoi Joerik,

Het eerste wat mij opvalt als ik naar je weblog kijk zijn de commentaren. Je hebt goede en overzichtelijke commentaren gegeven aan je medestudenten. Het is echter wel jammer dat ik het commentaar van Max op jou nu al heb gelezen, want nu ben ik lichtelijk beïnvloed voor ik de rest van je verslagen ga lezen. Ik zal echter wel proberen met vernieuwend commentaar te komen, zodat je er mee verder kunt.
Wat mij ook opvalt is dat je een groot aantal artikelen nog niet hebt geschreven. Dit is jammer! Ik had ze graag gelezen, vooral jouw interpretatie van het door ons gevoerde debat in week 4. Overigens klopt de volgorde niet helemaal. Ik zou het zelf prettiger vinden om alle artikelen in de juiste volgorde te lezen, misschien dat je dit nog aan kunt passen? Mocht je nog commentaar willen op de rest van je artikelen als je deze geschreven hebt, mag je het me wel laten weten. Het is een kleine moeite voor mij om daar ook nog feedback op te geven en het kan jou nog wel van pas komen.
Ik ben begonnen met je stelling. Deze is duidelijk en je geeft goede argumenten. Echter ontbreken wel je bronnen bij je argumenten. Misschien kun je deze er nog bij zetten. Bij de tekst over het eerste gastcollege heb je het ook over de bronnen Akkerman (2007) en Satori (2008). Je noemt deze alleen vluchtig in je tekst en ze staan niet in je bibliografie. Je zou kunnen zeggen wat deze onderzoeksresultaten zijn en je kunt ze nog in je literatuurlijst zetten. Je hebt in je voetnoot het volgende gezet (Shaffer en Gee, 2006, Ryan, 2007) ZIT IN HET ARTIKEL). Het is mij alleen niet duidelijk wat je hiermee precies bedoelt.
In je verslag van het college over serious games zeg je dat Judith Herz het college verzorgde. Dit klopt niet, Renée Filius gaf het hoorcollege, en Herz was alleen de tekst die we moesten lezen. Je zou het verslag nog even na moeten lopen om de naam te veranderen en in de gaten te houden wanneer je het over de teksten van Herz en Filius hebt, want voor mij is het nu niet helemaal duidelijk wie je nou precies waar bedoelt.
Verder maak je in de eerste alinea de uiting: “Het verschil in een notendop is dat Serious Games een middel zijn voor een doel, terwijl games het doel zelf zijn.”. Dit zou je verder uit kunnen leggen en kunnen zeggen wat jij hiervan vindt.
Je mening komt erg goed naar voren in je verslag. Het is leuk om te zien hoe je erover denkt. Je verslag is echter wel iets aan de korte kant. Misschien kun je nog een aantal onderdelen van haar lezing erbij betrekken (voorbeelden van spellen die ze gaf etc.).
Hierna heb ik je debatverslag van deze zelfde week gelezen. Het is grappig dat jij de rol van de voorzitter op een andere manier hebt benaderd dan ik dat heb gedaan. Ik vond zijn lichaamshouding namelijk erg storend. Waar jij zegt dat hij de absolute baas was die overal controle over had, had ik juist het idee dat hij maar wat schreeuwde als hij even iets had gehoord. Dit komt vooral door zijn hangende en ongeïnteresseerde houding. Overigens denk ik dat wat jij zegt wel waar is. Hij lette wel goed op en gaf ook wel juist commentaar, maar op het moment zelf kwam het zo niet op mij over. Vooral na het debat gaf de voorzitter zelf ook aan dat hij het niet zo bedoeld had. Maar het is leuk om te lezen dat jij dit meteen al doorhad en meteen zag wat zijn intenties waren. Wat ik in dit verslag echter nog wel mis, is een kort verslag van het verloop van dit debat. Zo zou je er nog een aantal alinea’s aan kunnen plakken over bijvoorbeeld de stelling en argumenten die er zijn gegeven.
Je schrijfstijl is erg aangenaam, je artikelen lezen erg prettig. Je kunt alles nog beter wel een keer nalezen, want ik heb wel een aantal spelfoutjes gevonden (zoals attend ipv attent).
Al met al vind ik je blog leuk om te lezen. Ik hoop echter dat je de tips en commentaren nuttig vindt en er ook echt iets aan hebt. Het was wel jammer dat je nog maar zo weinig hebt geschreven, ik ben erg benieuwd naar de rest van je verslagen.

Groetjes, Sanne

vrijdag 23 oktober 2009

Commentaar op het blog van Max Croes

Hoi Max,

Ik ben begonnen met het lezen van je weblog en ik heb een aantal (hopelijk nuttige) tips voor je.
Ten eerste wil ik even zeggen dat je schrijfstijl fijn is om te lezen. Je hebt een vlotte stijl, waardoor ik razendsnel door je analyses kwam. Je moet echter wel letten op je stijl van woorden. Ik ben woorden tegen gekomen als ‘vannuit’, dit staat een beetje slordig. Ik vind het leuk en zeer informatief dat je dit vak hebt gekoppeld met kennis van je andere studie. Dat geeft jouw standpunten een andere en goed onderbouwde draai. Je kijkt hierdoor anders naar de onderwerpen dan ik dat zelf heb gedaan, dus voor mij is het leuk om de onderwerpen vanuit een ander standpunt te zien. Je opbouw van je weblog is ook goed en heel duidelijk. Het is prettig dat je dezelfde volgorde aanhoudt en dat dit ook duidelijk is. Je moet echter wel letten op de lengte van je verslagen, ze zijn allemaal wat aan de korte kant.

Ik heb als eerste gekeken naar je analyse van het hoorcollege van Reindert Rustema. Het viel me als eerste op dat deze erg kort was. In de studiehandleiding stond dat deze uit ongeveer 800 woorden moet bestaan. Die van jou had er ongeveer 520. Je zou je mening nog meer kunnen onderbouwen en misschien ook nog je eigen mening kunnen geven over petities.nl. Overigens heb je de standpunten van de verschillende posities in het debat goed en compact samengevat. Misschien kun je het nog iets uitgebreider doen, want het is allemaal een beetje kort.

Ik vind het goed dat je meteen in de eerste alinea het standpunt van meneer Rustema hebt samengevat. Je geeft daarmee meteen zijn plek in het debat aan, waarna het lezen van je verdere analyse een stuk gemakkelijker gaat. De tweede alinea begin je met ‘Ze begon te vertellen’, maar volgens mij is meneer Rustema geen ‘ze’. Een grappig foutje. Ook schrijf je het volgende: “Als dit gedaan is, telt ook jouw stem mee! Bedenker van de website http://www.democratiespel.nl.”. Dit loopt niet echt lekker door, misschien kun je de zinnen iets meer door laten vloeien. Het is goed dat je zelf een extra bron hebt gevonden. Bij je bronvermelding ontbreken echter nog de datums waarop je websites hebt geraadpleegd. Je mening is erg duidelijk, ik ben het ook met je eens. Maar je zou het allemaal iets beter kunnen onderbouwen, met voorbeelden bijvoorbeeld.

Ik heb ook gekeken naar je debatverslag van die week. Grappig is dat dit het debat is dat ik zelf heb gevoerd. Ik kan me daarom ook goed vinden in je commentaar. Het bronnengebruik was zeker iets waarop wat aangemerkt kon worden. Je legt de verschillende publieksrollen daarbij ook goed uit.
Je zegt het volgende in je verslag:” Ik laat mij echter als scrounger niet van mijn taak brengen en let louter op wetenschappelijke onderbouwingen.”. Vervolgens geef je hier alleen geen voorbeelden van. Als je deze nog hebt zou het een goed idee zijn om het er nog bij te zeggen. Je conclusie vind ik goed, je hebt je goed aan de taak van scrounger. Maar je verslag is wel weer iets aan de korte kant, misschien kun je het nog uitbreiden.

Ik hoop dat je iets hebt aan mijn commentaar. Ik vond het leuk om je blog te lezen, en hoop dat je mijn tips in overweging neemt.

Groetjes,

Sanne Botterblom